Vergelijkingsgroep: <\/strong>De groep die de behandeling niet krijgt (bijv. mensen die niet deelnemen aan het trainingsprogramma).<\/li>\n<\/ul>\n\nZorg ervoor dat beide groepen zo veel mogelijk op elkaar lijken, of controleer op verschillen die de resultaten kunnen be\u00efnvloeden.<\/p>\n\n
4. Gegevens verzamelen voor en na de interventie<\/h3>\n\n
Voor de meeste quasi-experimenten wil je de uitkomst zowel voor als na de interventie meten. Dit helpt je om te vergelijken hoe het resultaat verandert in de loop van de tijd. <\/p>\n\n
De gegevensverzameling hangt af van je onderzoeksvraag. In sommige ontwerpen meet je het resultaat pas na de interventie, terwijl je in andere ontwerpen meer gedetailleerde, herhaalde gegevens verzamelt in de loop van de tijd. <\/p>\n\n
5. Analyseer uw gegevens<\/h3>\n\n
Zodra je de gegevens hebt verzameld, is de volgende stap om ze te analyseren en te kijken of er een significant verschil is tussen de groepen of de metingen voor en na de interventie.<\/p>\n\n
6. De resultaten interpreteren<\/h3>\n\n
Na het analyseren van de gegevens moet je je bevindingen zorgvuldig interpreteren. Omdat quasi-experimenten niet hetzelfde niveau hebben als gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken, is het belangrijk om voorzichtig te zijn met het trekken van sterke conclusies. <\/p>\n\n
7. Uw bevindingen rapporteren<\/h3>\n\n
Deel tot slot je bevindingen met anderen! Schrijf een duidelijk verslag of paper waarin je je onderzoeksvraag, methodologie, resultaten en conclusies uitlegt. <\/p>\n\n
Wees transparant over eventuele beperkingen van je onderzoek. Aangezien quasi-experimenten beperkingen hebben (zoals de onmogelijkheid om deelnemers te randomiseren), is het belangrijk om deze te erkennen en suggesties te doen over hoe toekomstig onderzoek deze beperkingen zou kunnen ondervangen. <\/p>\n\n
Quasi-experimenteel vs. experimenteel ontwerp<\/h2>\n\n
Als het om onderzoek gaat, is een van de belangrijkste beslissingen die onderzoekers moeten nemen het kiezen van het juiste ontwerp. De twee meest voorkomende soorten ontwerpen zijn experimenteel en quasi-experimenteel, en hoewel ze op elkaar lijken, zijn er belangrijke verschillen. <\/p>\n\n
Als je deze verschillen begrijpt, weet je beter wanneer je elk ontwerp moet gebruiken en welke conclusies je daaruit kunt trekken. Laten we het eenvoudig uitwerken! <\/p>\n\n
Experimenteel ontwerp<\/h3>\n\n
In een experimenteel ontwerp cre\u00ebren onderzoekers een gecontroleerde omgeving om een hypothese te testen. Het belangrijkste kenmerk is willekeurige toewijzing-deelnemers worden willekeurig toegewezen aan ofwel een behandelgroep (de groep die de interventie krijgt) of een controlegroep (de groep die de behandeling niet krijgt). <\/p>\n\n
Deze randomisatie helpt ervoor te zorgen dat de groepen gelijk zijn aan het begin van het experiment, zodat verschillen in uitkomsten met meer zekerheid kunnen worden toegeschreven aan de interventie.<\/p>\n\n
Quasi-experimenteel<\/h3>\n\n
Bij een quasi-experimenteel ontwerp bestuderen onderzoekers ook de effecten van een interventie, maar wijzen ze deelnemers niet willekeurig aan groepen toe. In plaats daarvan vertrouwen ze op reeds bestaande groepen of gebruiken ze andere niet-willekeurige methoden om mensen aan verschillende condities toe te wijzen. Dit ontwerp wordt vaak gebruikt als willekeurige toewijzing niet mogelijk of ethisch niet verantwoord is. <\/p>\n\n
Belangrijkste verschillen tussen experimentele en quasi-experimentele ontwerpen<\/h3>\n\n1. Willekeurige toewijzing<\/h3>\n\n\n- Experimenteel ontwerp:<\/strong> Deelnemers worden willekeurig in verschillende groepen verdeeld. Dit helpt vertekeningen te elimineren en zorgt ervoor dat de groepen aan het begin van het onderzoek zo veel mogelijk op elkaar lijken. <\/li>\n\n\n\n
- Quasi-experimenteel ontwerp:<\/strong> Geen willekeurige toewijzing. Deelnemers worden in groepen geplaatst op basis van bestaande factoren (zoals scholen, buurten of andere natuurlijke groepen). <\/li>\n<\/ul>\n\n
2. Controle over variabelen<\/h3>\n\n\n- Experimenteel ontwerp: <\/strong>Onderzoekers hebben meer controle over variabelen omdat willekeurige toewijzing helpt om factoren zoals leeftijd, geslacht of achtergrond tussen de groepen uit te balanceren.<\/li>\n\n\n\n
- Quasi-experimenteel ontwerp:<\/strong> Minder controle over de variabelen. Omdat de groepen niet willekeurig zijn toegewezen, kunnen andere factoren het resultaat be\u00efnvloeden, waardoor het moeilijker is om veranderingen toe te schrijven aan de interventie zelf. <\/li>\n<\/ul>\n\n
3. Causaliteit<\/h3>\n\n\n- Experimenteel ontwerp: <\/strong>Door willekeurige toewijzing kunnen onderzoekers met meer vertrouwen oorzaak-gevolgrelaties claimen. Ze kunnen zeggen dat de behandeling de waargenomen veranderingen heeft veroorzaakt. <\/li>\n\n\n\n
- Quasi-experimenteel ontwerp: <\/strong>Hoewel je associaties kunt identificeren, is het moeilijker om causaliteit te bewijzen. Omdat de groepen niet willekeurig zijn, is er een groter risico dat andere factoren de resultaten be\u00efnvloeden. <\/li>\n<\/ul>\n\n
4. Ethische of praktische bezwaren<\/h3>\n\n\n- Experimenteel ontwerp: <\/strong>Willekeurige toewijzing is niet altijd ethisch of praktisch. Je kunt bijvoorbeeld niet willekeurig mensen toewijzen aan schadelijke omstandigheden alleen maar om de effecten te testen. <\/li>\n\n\n\n
- Quasi-experimenteel ontwerp: <\/strong>Als willekeurige toewijzing om ethische of praktische redenen niet haalbaar is, zijn quasi-experimenten een goed alternatief.<\/li>\n<\/ul>\n\n
Hoe voer je een quasi-experimenteel onderzoek uit met QuestionPro?<\/h2>\n\n
QuestionPro is een geweldig hulpmiddel voor het uitvoeren van quasi-experimenteel onderzoek omdat het je helpt om eenvoudig gegevens te verzamelen en te analyseren. Hier leest u hoe u QuestionPro kunt gebruiken om uw eigen quasi-experimenteel onderzoek uit te voeren. <\/p>\n\n
Stap 1: Verduidelijk uw onderzoeksvraag en ontwerp<\/h3>\n\n
Voordat je begint, moet je nadenken over de vraag die je wilt beantwoorden en beslissen welk soort quasi-experimenteel ontwerp je gaat gebruiken. Enkele voorbeelden van veelgebruikte ontwerpen zijn: <\/p>\n\n
\n- Pretest-posttest met \u00e9\u00e9n groep: <\/strong>Je meet een groep voor en na de interventie om te zien of er veranderingen zijn.<\/li>\n\n\n\n
- Niet-gelijkwaardige groepen: <\/strong>Je vergelijkt twee groepen die niet willekeurig zijn toegewezen: de ene groep krijgt de interventie, de andere niet.<\/li>\n\n\n\n
- Tijdreeksen: <\/strong>Je kijkt naar gegevens in de tijd, voor en na een gebeurtenis of interventie.<\/li>\n<\/ul>\n\n
Stel bijvoorbeeld dat je onderzoekt of een nieuw online trainingsprogramma de productiviteit van werknemers verbetert. Je zou het One-Group Pretest-Posttest design kunnen gebruiken, waarbij je de productiviteit v\u00f3\u00f3r de training meet en daarna opnieuw. <\/p>\n\n
Stap 2: Kies uw deelnemers<\/h3>\n\n
In een quasi-experimenteel onderzoek worden deelnemers niet willekeurig toegewezen. In plaats daarvan werk je met bestaande groepen of meet je veranderingen in een enkele groep in de loop van de tijd. <\/p>\n\n
Stap 3: Maak uw enqu\u00eate in QuestionPro<\/h3>\n\n
Nu je je deelnemers hebt gekozen, is het tijd om je enqu\u00eates te maken. Deze enqu\u00eates zullen je helpen om de gegevens te verzamelen die je nodig hebt voor je quasi-experiment. <\/p>\n\n
Pretest enqu\u00eate:<\/h4>\n\n
Dit is de enqu\u00eate die je voorafgaand aan de interventie verstuurt. Als u bijvoorbeeld een nieuw welzijnsprogramma test, kunt u in uw pretestonderzoek vragen stellen over de huidige gezondheidsgewoonten of productiviteitsniveaus van de deelnemers. <\/p>\n\n
Posttest enqu\u00eate:<\/h4>\n\n
Stuur na de interventie (bijvoorbeeld na het trainingsprogramma) een follow-up enqu\u00eate om eventuele veranderingen te meten. Zorg ervoor dat de vragen in de posttest-enqu\u00eate vergelijkbaar zijn met die in de pretest-enqu\u00eate, zodat je de resultaten kunt vergelijken. <\/p>\n\n
Enqu\u00eatevragen:<\/h4>\n\n
Gebruik een mix van meerkeuzevragen, vragen op een Likert-schaal (bijv. geef aan of u het ermee eens bent van 1 tot 5) en open vragen om verschillende soorten gegevens te verzamelen. <\/p>\n\n
Stap 4: De enqu\u00eate uitvoeren en gegevens verzamelen<\/h3>\n\n
Zodra je enqu\u00eates klaar zijn, is het tijd om ze te verspreiden en te beginnen met het verzamelen van gegevens.<\/p>\n\n
\n- Pretest: <\/strong>Stuur uw deelnemers een pretestonderzoek voordat de interventie van start gaat. Als u bijvoorbeeld een welzijnsprogramma test, meet dan het gezondheids- en productiviteitsniveau van de werknemers voordat het programma begint. <\/li>\n\n\n\n
- Posttest:<\/strong> Stuur na de interventie een posttest-enqu\u00eate uit om de veranderingen te meten. Stel bijvoorbeeld na afloop van het wellnessprogramma dezelfde vragen om te zien of er verbeteringen zijn opgetreden. <\/li>\n<\/ul>\n\n
U kunt de enqu\u00eates verspreiden via e-mail, een koppeling delen of QR-codes gebruiken voor eenvoudige toegang op mobiele apparaten. Met QuestionPro kunt u eenvoudig reacties bijhouden, zodat u weet hoeveel mensen de enqu\u00eate hebben ingevuld. <\/p>\n\n
Stap 5: Zorg voor een goede gegevenskwaliteit<\/h3>\n\n
Gegevens van goede kwaliteit zijn de sleutel tot zinvolle resultaten. QuestionPro heeft tools om u te helpen ervoor te zorgen dat uw gegevens nauwkeurig zijn: <\/p>\n\n
\n- Logica voor overslaan: <\/strong>Dit zorgt ervoor dat deelnemers alleen de vragen zien die voor hen relevant zijn. Als iemand bijvoorbeeld niet heeft deelgenomen aan het programma, hoeft hij geen vervolgvragen te beantwoorden. <\/li>\n\n\n\n
- Validatieregels:<\/strong> Gebruik deze om ervoor te zorgen dat deelnemers de juiste antwoorden invoeren (zoals het beperken van antwoorden tot een bepaald getalbereik).<\/li>\n\n\n\n
- Controle van reacties: <\/strong>Je kunt reacties in realtime bijhouden. Zo kunt u zien hoeveel mensen hebben geantwoord. <\/li>\n<\/ul>\n\n
Stap 6: Analyseer uw gegevens<\/h3>\n\n
De volgende stap is het analyseren van uw gegevens. QuestionPro maakt dit gemakkelijk met hulpmiddelen waarmee u in de resultaten kunt graven en belangrijke wijzigingen kunt ontdekken. U kunt ook dingen bekijken zoals: <\/p>\n\n