|
Slenterend of huppelend
Met welk gevoel ging je de afgelopen maand naar je werk? |
| |
|
|
|
|
Trial and error of shinemomenten
Ben je tevreden met wat je in je werk hebt gerealiseerd de afgelopen maand? |
| |
|
|
|
|
Achterover leunen of okselklotsen
Ervaar je de werkdruk deze maand als prettig? |
| |
|
|
|
|
Comfortzone of avontuur
Hoe was de uitdaging in je werk afgelopen maand? |
| |
|
|
|
|
Automatische piloot of hersengymnastiek
Ben je tevreden met de hoeveelheid nieuwe dingen die je deze maand hebt gedaan? |
| |
|
|
|
|
In de mand of op bureau
Ben je tevreden met alles wat je hebt voor je werk (werkplek, materialen, programma’s etc.)? |
| |
|
|
|
|
Goeie flow of miscommunicatie
Hoe verliep het contact tussen jou en je leidinggevende de afgelopen maand? |
| |
|
|
|
|
Teampower of solo scoren
Hoe vond je de samenwerking in je team de afgelopen maand? |
| |
|
|
|
|
In een hoekje kruipen of op tafel dansen
Hoe vond je de sfeer bij TeamAlert de afgelopen maand? |
| |
|
|
|
|
Fiere pauwtjes... of niet
Hoe trots ben je erop dat je bij TA werkt? |
| |
|
|
|